Week 4 (2)

29 augustus 2016 - Douala, Kameroen

Vrijdag was een bijzondere dag. God daagt mij elke dag weer een stukje meer uit.

Bij de lunch bleek ik een ineens een meeting te hebben met de team die zondag naar een kerk gaat waarvoor ik mij  heb opgeschreven. Ik wou eigenlijk niet naar die kerk, want de programma is nogal heftig. Er wordt verwacht dat je van 7 uur s'ochtends tot 7 uur s'avonds weg bent. Je gaat dan twee services doen met je groep en in de middag ga je dan street evangelizing doen. En er gebeuren nog veel meer dingen, maar ja, Afrika is heel flexibel, dus je weet niet wat. Er stond onderin het formulier geschreven dat het een hele beproeving wordt, maar God zal je de kracht geven. Deze zin sprak mij aan en ik wist dat ik mij op moest geven voor deze kerk.

De meeting maakte mij nerveus, want ik werd ingezet bij de sunday school. Ik ben helemaal niet handig met kleine kinderen. God zal me de kracht geven, zoals elke keer weer.

Na het werk had ik energie over dus ik ging met iemand van het werk sporten in de gym, totdat ik moest omkleden voor de street evangelizing.

Aan het eind van de middag begon de street evangelizing. Voordat we vertrokken voelde ik dat er iets bijzonders gaat gebeuren deze avond. Het gebeurde inderdaad.

Annica en ik hadden twee gesprekken gehad met twee verschillende mensen. Allebei zeiden ze dat ze God en Jezus kenden, en dat ze in Hem geloven. Ze zeggen allemaal hier dat ze in Hem geloven, maar eigenlijk niet doen. Bij deze was het ook het geval. We vroegen of we voor ze mochten bidden, maar ze renden als het ware weg.

Annica en ik waren met zijn tweeën, en dat is niet toegestaan. we wachtten daarom een tijdje en er kwamen drie jongens aan gelopen, met wie we een groepje vormden.

Op een gegeven moment stonden we voor een kruizing. Ik voelde dat we rechtsaf moesten van God, dus dat deden we. Niet veel later zagen we een vrouw aan de andere kant van de weg. De vrouw was aan het schreeuwen tegen haar zelf. Op het moment ze ons zag begon ze naar ons te wijzen en iets in het Frans te schreeuwen. Annica kon twee woorden verstaan: Het schip en evangeliseren. We wisten het allemaal, ze is bezeten. Ik wist dat God mij er naar toe wou hebben, dus ik stak de weg over en ging naar de vrouw toe. Ik wou haar het boekje van de gospel of John geven, maar ze wijste ons af en wou weg lopen. Annica en ik liepen achter haar aan, en we zagen allemaal mensen kijken en lachen. Sommige kwamen naar ons toe om te zeggen dat ze gek was. Heel vreemd om dat mee te maken.

Uiteindelijk stond ze stil en konden we met haar praten. Nee, we konden niet met haar praten. Ze bleef in het frans schreeuwen, en wij konden haar niet verstaan. We probeerden het evangelie te vertellen in het Frans. Ze luisterede plotseling, maar ze wou er eigenlijk niks van weten. ze  geloofde het niet. Een gesprek kwam er niet veel van, dus besloten we te bidden voor haar. Ze kon er niet goed  tegen dat we voor haar baden, maar ze bleef staan. We zagen nog geen verandering, en uiteindelijk liep ze weg. Van afstand baden we voor haar. Ze draaide zich om en we zagen haar ogen vol met vuur. Je kon gewoon in haar ogen zien dat ze bezeten was. Ze hield een machete uit haar plastic zak  en begon wat tegen ons te brabbelen. Ik liep naar haar toe en probeerde nog een keer een gesprek. Ze begon weer wat te praten, maar we konden niks verstaan. We vroegen iemand of die haar wou vertalen. De vertaler zei dat ze een weduw was en heel hard moet werken, en geen geld heeft. De vertaler ging daarna snel weg. De mensen waren bang voor haar. In ieder geval wisten we waar ze het over had. Haar leven. We konden haar al wat beter verstaan. Ze zei dat ze alleen is met haar kinderen. Ze moet hard werken, maar heeft geen geld. Ze liet haar littekens zien, wat er waarschijnlijk op duidt dat ze mishandeld is. Utiiendelijk vertelde ze dat ze peanut butter maakt. Ze hield haar eigen pindakaas te voorschijn en schoof het in haar mond. Het was akelig om te zien. Ze wou het mij geven, maar ik wou het voor geen goud innemen. We wooden dat ze een stukje uit het boekje voorlas, en tot onze verbazing las ze voor in het boekje over Jezus. We zagen alleen dat ze het nog steeds niet accepteerde. Ik wou haar het boekje geven, en ze nam het aan. Ze nam het boekje aan! Niet veel later gaf ze helaas het boekje weer terug. Ze wou het toch niet hebben. Annica besloot daarom om weer voor haar te bidden. Plotseling begon ze te huilen. Ze heeft in de hele avond drie keer gehuild, maar uiteindelijk verandert ze weer en loop weer weg. De laatste keer lieten we haar gaan. We wisten allebei dat het de tijd was dat we haar over lieten aan God.

Ze liep weg en ze schreeuwde niet meer. Ze praatte niet meer tegen haarzelf. Ze maakte geen gekke gebaren, maar liep gewoon normaal door. Ze is nog niet helemaal gered, maar, wauw, God heeft haar al een beetje veranderd.

Annica en ik baden samen voor haar dat God haar verder wil leiden. We voelden allebei een soort vrede en wisten dat het goed zal komen met haar.